Circulariteit

Wat is circulariteit?
Circulariteit betekent dat producten na gebruik worden ingezet als grondstof voor nieuwe producten of materialen. Het doel van circulariteit: streven naar een wereld zonder afval. Bij circulariteit wordt tijdens het productieproces goed nagedacht over het volgende leven van een product of de onderdelen ervan.

Wat is een circulaire economie?
Een circulaire economie is een manier van denken en produceren die gericht is op het behoud van grondstoffen en het verminderen van afval. In plaats van de traditionele lineaire economie, waarbij grondstoffen worden gebruikt, verwerkt tot producten en vervolgens weggegooid, streeft circulaire economie naar het in stand houden van de waarde van producten, materialen en grondstoffen zo lang mogelijk. Kortom: de grondstoffen die overblijven aan het einde van de levenscyclus van een product, worden weer ingezet om nieuwe producten en materialen te maken

Een circulaire economie...

  • biedt een oplossing voor de grondstoffen-schaarste
  • verlaagt de CO2-uitstoot
  • creëert kansen voor innovatie, kenniseconomie en werkgelegenheid
  • is aantrekkelijker, schoner en gezonder om in te leven

Wat is nodig om te komen tot een circulaire economie?
Preventie, minder gebruiken en verspillen, repareren, anders ontwerpen en produceren zijn nodig voor circulaire economie. Op weg naar een toekomst waarin fossiele brandstoffen een marginale rol spelen. Afval is bron voor grondstoffen en energie. De afvalsector zet zich in voor reductie, hergebruik, recycling en de productie van grondstoffen en energie. In heel Nederland vinden circulaire activiteiten plaats. Van nieuwe scheidingsinstallaties tot vergistingsfabrieken, van het reinigen van bodem-as tot het produceren van hoogwaardige gerecyclede grondstoffen.

Wat doet de overheid?
In 2050 moet de Nederlandse economie volledig circulair zijn. Dat stelt het kabinet in het Rijksbrede programma Circulaire Economie. Tussendoel voor 2030: de helft minder primaire grondstoffen toepassen. Door het steeds duurder maken van restafval (door het verhogen van de belasting op te verbranden afval) zorgt de overheid voor een financiële prikkel om afval te scheiden. Verder voert de overheid steeds meer UPV’s in (Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid), waardoor producenten en importeurs ook verantwoordelijk gemaakt worden voor de afvalfase van hun product en ze dus moeten meebetalen aan het afvalbeheer. UPV-voorbeelden zijn: elektrische apparatuur, batterijen, autobanden, matrassen, verpakkingen en textiel.

Wat doen afval-inzamelbedrijven?
Afval-inzamelbedrijven ontwikkelen zich tot grondstofleveranciers. Onze branche sluit materiaalkringlopen en levert gerecyclede materialen en duurzame energie. Kortom: niet meer alles als restafval naar de verbrandingsoven nadat producten maar één keer zijn gebruikt, maar door afval te recyclen besparen op schaarse grondstoffen en energie. De afvalsector als aanjager van de circulaire economie!